De AdBlue^® tank is uitgerust met sensoren die ervoor zorgen dat u gefaseerd op de hoogte wordt gebracht als het niveau te laag wordt.

Dit gebeurt in drie fasen:

• Als de resterende afstand 2.400 km bedraagt (of minder, afhankelijk van het gemiddelde verbruik), gaat kort een waarschuwingslapje branden op het display van de boordcomputer.
• Als de resterende afstand minder dan 1.750 km is, gaat elke keer dat u start een waarschuwingslampje branden.
• Als de resterende afstand 900 km bedraagt, blijft een waarschuwingslampje knipperen totdat u AdBlue^® heeft bijgevuld.

Na het compleet leegrijden van de AdBlue tank, kan de motor niet meer gestart worden.

• De vulopening bevindt zich direct naast de dieselbrandstofvulopening.
• De tankdop is gekleurd en kan eenvoudig met de hand opengedraaid worden.
• Voor het bijvullen kunt u gebruik maken van de flessen of blikken AdBlue^® voor personenauto's, doorgaans voorzien van een vaste schenktuit, die bij veel tankstations verkocht worden. Steeds meer tankstations in Europa zijn daarnaast voorzien van een AdBlue^® pomp voor personenauto's. Hiervan kunt u eveneens gebruik maken. Maak geen gebruik van AdBlue^® pompen op tankstations voor vrachtwagens en bussen!
• Als u wilt bijvullen, kunt u kiezen uit een groot aantal merken en flessen/blikken met verschillende inhoud. U kunt het bijvullen ook door uw Opel dealer laten doen.
• Mocht u een beetje AdBlue^® op de lak van uw auto morsen, veeg dit dan eenvoudig weg met een doek en maak vervolgens schoon met water.